Skip to main content

“De Hoop” is onze nieuwe skiff voor zwaardere roeiers en haar naam mag worden herinnerd aan de tijdgeest van het voorjaar van 2020. We hebben sinds maart allemaal gehoopt op Straks…. En Nu is het dan zover dat we weer mogen roeien in meerpersoonsboten en dat we een nieuwe skiff aan onze vloot kunnen toevoegen.

Zoals gebruikelijk is de naam van onze nieuwe skiff verbonden met een molen uit de Zaanstreek. Dirk Molenaar heeft zich verdiept in de molens uit de Zaanstreek met de naam “De Hoop”. Hieronder zijn verhaal.

Er hebben in de Zaanstreek veel molens gestaan, die De Hoop heetten, in totaal ruim 20 stuks! Daarvan bestaan er nog drie – twee daarvan staan nu elders en een derde was ook naar elders vervoerd, maar keerde terug naar de Zaanse dreven.

In Zaandam-oost draaide een houtzaagmolen van het type bovenkruier (zoals Het jonge Schaap aan de Zaanse Schans – nieuw gebouwd in 2007), die De Hoop heette en gebouwd was in 1681. Deze molen had als bijnaam Het Rasphuis. Dat was in Amsterdam een gevangenis, waar de gedetineerden het harde verfhout, waaruit verfstoffen werden gemaakt, moesten fijnraspen. Zwaar en eentonig werk, men zag het als een passende straf voor misdadigers, waarbij ze de kosten van de gevangenis (deels) terug moesten verdienen. Volgens overlevering was de meesterknecht op die molen een nogal autoritaire potentaat, zodat de knechten van toen zeiden: Je kenne net zo goed in het rasphois zitte as op DIE molen male…..

De molen, die ook wel de Oude Hoop of Gekroonde Hoop werd genoemd, heeft gestaan bij het Land van Middelhoven, nabij de Groenvriesstraat in de kleurenbuurt. In 1898 werd de molen naar Winterswijk overgebracht en omgebouwd tot korenmolen. Tot 1931 werd nog op windkracht gemalen en daarna met een dieselmotor. De onttakelde en verwaarloosde molen werd in de jaren ’90 gerestaureerd en is sindsdien onder de naam Venemansmolen af en toe weer als meelmolen in bedrijf.

In Assendelft stonden twee watermolens uit 1634, die de Zuiderpolder bemaalden. Ze pompten het overtollige water in een zijsloot van het IJ, die via een duikersluis in de dijk doorliep naar de molens. Bij laagtij stond deze sluis open en kon het water weglopen. De molens heetten De Bul en De Os. De Bul verbrandde in 1870 en werd herbouwd, waarbij de nieuwe molen De Hoop ging heten. De Os werd in 1875 gesloopt en vervangen door een stoomgemaal, dat De Landbouw heette. Het gebouw, waarin de stoommachine stond (werd later een dieselgemaal) bestaat nog even buiten Nauerna en is thans een woonhuis. Even verderop staat een nieuw gemaal vlakbij de dijk. Destijds bleek het stoomgemaal voldoende capaciteit te hebben om de polder droog te houden en molen De Hoop werd overbodig. Toen in 1878 de wiekenas brak en het wiekenkruis neerstortte werd de molen dan ook niet meer hersteld.

Toch zag een molenaar uit Wervershoof er nog wel brood in en hij kocht de restanten op en liet deze naar Wervershoof brengen, waar de molen als korenmolen werd herbouwd. Tot 1967 maalde hij het graan nog met windkracht tot meel, daarna met motoren. De molen werd verwaarloosd, maar in 1974 werd De Hoop, zoals hij ook hier bleef heten, gerestaureerd en af en toe met vrijwilligers weer in bedrijf gesteld.

In Zaandijk stond een papiermolen uit 1679, die De Hoop heette, maar als bijnaam had Arme Jacob. Mogelijk heette de eerste eigenaar Jacob en was hij niet zo rijk. Zijn opvolger boerde echter goed met de molen en deze leverde een goede boterham. Aanvankelijk produceerde de molen grauwpapier en karton, later werd het een z.g. witpapiermolen. Voor de fabricage hiervan was zuiver water nodig en dat werd opgepompt uit de ondergrond met een kleine windmolen en daarna gezuiverd in de z.g. vijverlanden. In het kwartaalblad De Windbrief van De Zaansche Molen staat in enkele artikelen uitgebreid beschreven hoe dat systeem destijds werkte.

Tot rond 1840 gingen de zaken m.b.t. de molen nog goed, maar toen ging het bergafwaarts. In 1846 verbrandde in Graft een korenmolen en voor de wederopbouw werd in de Zaanstreek uitgekeken naar een nog bruikbare, maar economisch afgedankte molen. Dat gebeurde in de periode 1850 – 1900 wel vaker. De molens werden meer en meer vervangen door stoomkracht, maar het graanmalen op het platteland bleef met windkracht nog in zwang tot de jaren ’20 van de afgelopen eeuw. Alzo zijn in totaal ong. 50 zaanse molens naar elders overgebracht on als korenmolen verder te gaan. Hiervan bestaan nog 14 exemplaren. En zo verging het ook de papiermolen De Hoop in Zaandijk. In 1849 werd ook deze molen verplaatst om in Graft als graanmolen te dienen. Daar heeft hij het echter niet zo lang gemaakt en toen in 1866 in Wormer een meelmolen was verbrand door het onweer, toog men naar Graft en werd De Hoop opgekocht en weer teruggebracht naar de Zaanstreek, in dit geval naar Wormer. Ook hier weer opgebouwd als korenmolen, maar de naam werd De Koker, zoals de vorige molen op die plek ook al heette. Tot 1928 maalde de molen nog op de wind, maar kwam toen stil te staan en raakte in verval. In 1944 werd De Zaansche Molen eigenaar van De Koker en in 1950 volgde restauratie. Gemalen wordt er met deze molen praktisch niet meer, maar hij wordt wel goed onderhouden.

Ooit telde Wormer acht meelmolens en in Jisp stonden er vier. Ze leverden het meel aan de vele beschuitbakkerijen, die in Wormer actief waren. In de 17e eeuw een bloeiende bedrijfstak, met de schepen van de VOC als belangrijkste afnemer. Maar ook voor de walvisvaart en de houtvaart waren de molens en bakkerijen belangrijke toeleveranciers. Vanwege brandgevaar mochten de met hout en turf gestookte bakovens niet branden tussen 12 uur ‘s-nachts en 6 uur ‘s-morgens. Wie geen klok in huis had moest luisteren naar de kerkklok. Maar in het westelijk deel van het lange lintdorp was die klok niet goed te horen, vooral niet bij westenwind. Daarom werd er een tweede klok bijgebouwd en dat was de beschuitstoren, die de bakkers moest waarschuwen, wanneer zij hun ovens moesten doven, dan wel weer mochten aanmaken. De originele toren is in 1896 gesloopt, maar enkele jaren geleden weer in volle glorie hersteld. Het Historisch Genootschap Wormer bewaart er zijn archiefstukken in.